Niet voor jezelf houden

De kern van de cursus over zending onder niet bereikte volken is deze tekst:

“Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.” (Fil. 2, 5 e.v.)

Voor wie de Bijbel al wat langer leest, is dit een bekende tekst. Toch, staat de vertaling ver van ons af. Want, wat betekent dit toch, ‘niet als roof heeft geacht?’ Dat is niet taal van vandaag. Het is een nogal cryptische manier van zeggen, maar in essentie betekent het dat Jezus de geneugten van het Zoonschap Gods niet voor Zichzelf wilde houden en in de praktijk ook niet voor Zichzelf hield.

Al bij Abraham lezen we: (Gen. 12, 2-3) “Ik zal jou zegenen en jou tot een groot(s) volk maken. In jou zullen alle volken van de aarde gezegend zijn.” Het eerste deel is de zegen aan Abraham zelf, maar het tweede deel is onlosmakelijk hieraan verbonden, en is gericht op de ander (de andere volken).

St. Petrus kreeg het bekende visioen met het laken en daarin de vele dieren. Vervolgens legde hij een bezoek af aan de Romeinse hoofdman Cornelius (Hand. 10). Eerst toen begreep hij dat het heil niet alleen voor de Joden was, maar ook voor de niet-Joden.

En zo zijn er vele voorbeelden. De kern is steeds: houd de zegen niet voor jezelf. En dat begon al met Jezus Zélf! Hij gaf alles op om voor ons een eeuwige zegen te bereiden.

Het is daarom onbegrijpelijk dat er zoveel christenen zijn, die de zegen voor zichzelf houden, en er totaal niet op gericht zijn wat zij hebben uit te delen, en dan hebben we het niet alleen over materiële goederen, maar over het Woord zelf.

Telkens weer valt het ons op dat kerken, klein en groot en ongeacht de denominaties in zichzelf gekeerd zijn, en op zichzelf gericht zijn. Verder zijn er thema’s die de gemoederen bezighouden, zoals gezondheid en klimaat. Het zijn de nieuwe religies van de moderne mens. Ook christenen worden hiermee afgeleid van de kern; het Grote Gebod uit Matth. 28. “Ga heen, en verkondig het goede nieuws aan alle volken, doop hen in Mijn Naam en leert hen te onderhouden alles wat Ik u voorgehouden heb.” (Dus niet!: ‘Ga heen, en red het klimaat!’)

Op de hier genoemde thema’s geeft de Bijbel duidelijk antwoord. Hebr. 1, 12 (naar Is. 51) bijvoorbeeld:

“Gij, Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen; die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed verslijten, en als een mantel zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden; maar Gij zijt dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden.”
Is het dan niet duidelijk? Deze aarde en al wat daarin is, staat op het punt te verdwijnen (moet dit nog bewezen worden?) en wij laten ons afleiden van wat de essentie is? Dit is louter en alleen te verklaren uit het feit dat de moderne mens (ach, en wat is modern?) afgerekend heeft met God en zichzelf op de ereplaats heeft gezet. Op die manier houd je geen rekening meer met een andere werkelijkheid, een andere dimensie, nl. die van een God wiens eigendom deze aarde is (Ps. 24). En dan ga je je inderdaad zorgen maken over het hier en nu, hoewel tegen een achtergrond van incompetentie en onvermogen er iets aan te doen.
Laten we de focus verleggen, nu het nog kan.
Bid u mee?
Jacques en Maudy

Leave A Comment