Vanzelfsprekendheid

Godfried Bomans schreef eens in zijn beschouwing over de boeken van Karl May (Winnetou & Old Shatterhand), dat: “wanneer de verwondering verdwijnt, is een mens op sterven na dood.”

Psalm 8 prijst de Maker van alles.

Wanneer ik aan het schrijven ben aan het curriculum voor de cursus ‘zendingsonderwijs voor kerken,’ luister ik meestal naar een keur van allerlei soorten muziek uit alle hoeken van de wereld. Deze keer dit schitterende stuk van Jordi SAVALL, één van mijn meest favoriete musici van deze tijd, en één van de beste cellisten ter wereld: https://www.youtube.com/watch?v=MBKj_5nUXVw (‘Les routes d’esclavage‘). Niet alleen een mooi muziekstuk, alleen al vanwege de tragiek der geschiedenis hier heel mooi verbeeld, maar ook vanwege de uitvoering met een bonte, en kleurige samenstelling van volkengroepen. SAVALL integreert inheemse muziek met die uit het oude Westen, en (Midden-)Oosten. Een geniaal stuk werk, vanuit een groot hart met diepe bewondering voor de eigenheid van de verschillende muziekstijlen, uit de gehele wereld.

De veelkleurige wijsheid Gods in de door Hem geschapen bonte mengeling van volken, grijpt me altijd weer aan. Vroeger hadden we thuis in Heemstede (NH), een reeks boekjes in de kast, de zgn. Samsom-reeks. Eén boekje trok altijd al mijn aandacht, ‘De Volken der Wereld‘, en vele uren bladerde ik door dit werkje en las ik over de verschillende bevolkingsgroepen van de wereld. Al die verschillende gezichten, trekken, de lach op hun gezichten, de gewoonten, de kleurigheid en de bonte schakering van culturen fascineerde me toen al. En nog steeds! Dan rijst in mijn hart een lofprijs aan Hem die al deze variëteit in volken, natuur en landschappen geschapen heeft: ‘Hoe bedenkt u het toch?’ ‘Geniaal!’

Ik kan me zo voorstellen dat Adam en Eva met open mond van verwondering moeten hebben rondgelopen. Aan Adam de schone taak, al deze typen en soorten een naam te geven (Gen. 2, 18-23). Een bijzondere taak, als je er bij stil staat, want ‘nomen est omen‘ (Latijn voor de naam is een voorteken) een naam tekent de identiteit van het schepsel. Zeker toen, toen de schepping nog niet gedegradeerd was. Iemand of een diersoort typeren vergt een bijzondere intelligentie. Intelligentie om het wezen ervan te doorvorsen en van een typering (naam) te voorzien. Aan de hand waarvan het onbetwist herkenbaar wordt.

Jacques

Leave A Comment